Surinaams-Nederlands

In de Woordenlijst Nederlandse Taal 2005 zijn 500 Surinaams-Nederlandse woorden opgenomen. In een volgende editie wordt dit aantal verder uitgebreid. In Suriname is een werkgroep ingesteld die als taak heeft een werkplan op te stellen voor de beschrijving van het Surinaams-Nederlands. Op termijn moet dit leiden tot een volledige beschrijving van de Surinaamse vari�teit van het Nederlands en daarmee tot een betere vertegenwoordiging van het Surinaams-Nederlands in onder andere de Woordenlijst Nederlandse Taal, woordenboeken en corpora.

Meer informatie over de Surinaams-Nederlandse woorden in de Woordenlijst Nederlandse Taal is te vinden in het artikel Suriname volgt spellingtraject Nederlandse Taalunie. (Ook verschenen in het tijdschrift van de Surinaamse vereniging van Neerlandici, Nederlands in Suriname, april 2006.)

Hieronder staan enkele voorbeelden van woorden die zijn opgenomen in de huidige Woordenlijst. Het gaat om woorden die frequent worden gebruikt door de Surinaamse bevolking maar in Nederland en Vlaanderen niet gebruikelijk zijn. In de Woordenlijst Nederlandse Taal staan geen betekenissen. In onderstaande lijst zijn, ter informatie, wel korte beschrijvingen van de betekenis van de woorden gegeven.

awara 1. sterk gestekelde palm met oranjegele of oranje vruchten 2. oranjegele of oranje vrucht van deze palm
bacove soort banaan, sterk suikerhoudende vrucht die als hij rijp is rauw gegeten kan worden. Ter informatie: de banaan is een sterk meelhoudende vrucht die voor consumptie gebakken, gekookt of geroosterd moet worden.
beschuitgras soort gras, veel gebruikt voor het aanleggen van grasvelden (gazons)
Brokopondonees inwoner van het district Brokopondo
cellenhuis cellenblok in een politiebureau, zoals het cellenhuis in Uitvlugt; gevangenis
concubaan mannelijke partner die in concubinaat woont. Vrl: concubine. Het is de mannelijke vorm van concubine.
dansmeestertje vinkachtige vogel waarvan het mannetje blauw en zwart is, het wijfje bruin gestreept. Deze vogel is meer bekend als srio. Wanner deze vogel roept, springt hij daarbij even fladderend op, als een marionet (dansmeester) die plotseling omhoog getrokken wordt.
djakken krikken; met een djak (krik) een auto opvijzelen om bijvoorbeeld een band te verwisselen
dozeren egaliseren, gelijkmaken met een dozer (buldozer)
flitten 1. insecten doden in huis door flit te vernevelen met een daartoe dienende spuit (flitspuit). Flit is een insectendodende, vernevelbare vloeistof voor huiselijk gebruik. Flit is een merknaam, de flitspuit is genoemd naar het merk Flit. 2. vochtig spreken (zodanig spreken dat er steeds speekseldruppels uit je mond vliegen. Het is onaangenaam voor de luisteraar die dicht op je staat).
gomma stijfsel
grietjebie Surinaamse vogel bruin met geel, de kop geel, zwart en wit. De naam is een klanknabootsing: de vogel lijkt dit woord te roepen.
inklaarder iemand die de inklaring doet; een inklaarder vervult de douaneformaliteiten voor in te voeren goederen of inkomende transporten.
knippa Surinaamse vrucht met een groene kleur en grote pit.
koep driehoekige ruimte onder binnentrap, al dan niet afgeschermd.
kroi magisch middel, meestal een kruidendrank. Hiermee kunnen gevoelens van liefde bij iemand worden opgewekt en worden gericht op een bepaald persoon.
makaperi sieraad bestaande uit een hol bolletje dat gebruikt kan worden als hanger
okseltruitje truitje zonder mouwen of heel korte mouwen
opstellingscommissie commissie die de opdracht heeft een notitie/rapport op te stellen, bijvoorbeeld de opstellingscommissie Nederlands bij het examen. Redactie van een geschrift
personenmeerderheidsstelsel het geheel van opvattingen en of denkbeelden van personen dat anderen overtreft in rang, macht, bekwaamheid. Een ander partij of groep overtreffen.
porknokker zelfstandige goudzoeker. Als onderhuurder werkzaam op de consessie van een onderneming.
schuier tandenborstel, ook wel tandenschuier genoemd.
sluit gierig, vrekkerig, dan wel op geld. Ookwel gebruikt in een ruimere betekenis: gesloten, te weinig spontaan, te veel hangend aan geld en bezit
stadscreool creool uit Paramaribo. Wordt vooral gebruikt als onderscheiding nodig is t.o.v. districtscreool of boslandcreool.
tjappen 1. de grond losmaken met een tjap. Een tjap is gereedschap om de grond los te maken. 2. het erf te ontdoen van gras, het erf schoonmaken met een tjap. Het woord wordt vaker gebruikt in de tweede betekenis.
zuurzak Surinaamse vrucht, ongeveer zo groot als een papaja

De Woordenlijst Nederlandse Taal is online te raadplegen.

In het tijdschrift Trefwoord is onlangs een artikel verschenen waarin de Surinaams-Nederlandse woorden uit de Woordenlijst Nederlandse Taal zijn voorzien van een 'vertaling'. Het artikel is te vinden op de website van de Fryske Akademie.